Max maakt meters
Beter gezegd: 160 km!!!

Meet Max
Max is de clubmanager van Snap Fitness Landgraaf en een fanatiek sporter.
Max had als doel de Devils Trail van 160 km te gaan lopen, echter deze werd vanwege het weer afgelast, dus besloot Max zijn eigen race te gaan rennen. wat een held!
Lees hier zijn verslag:
Devils Trail
Afgelopen weekend heb ik een achterlijke afstand gerend van 160km, maar hoe kwam ik er eigenlijk bij om zoiets te gaan doen? Sinds ik begonnen ben met duursporten, leek het me altijd al interessant om aan een ultramarathon mee te doen. In het begin van afgelopen jaar werd deze droom eindelijk omgezet in een concreet plan. 4 en 5 Oktober zou ik de Devils Trail in Utrecht gaan lopen samen met Vivianne. Hiervoor moesten we ons natuurlijk goed voorbereiden en dit hebben we allebei op een andere manier gedaan. Voor beiden ging de voorbereiding niet zonder slag of stoot. Maar in dit blog zal ik jullie meenemen in mijn voorbereiding en race.
Voorbereiding
Vanaf het moment dat ik me had ingeschreven, wist ik wat ik moest doen om me zo goed mogelijk voor te bereiden voor de race. Ik had me van te voren erg verdiept in hoe je je goed kan voorbereiden op soortgelijke wedstrijden en had al enige ervaring met het trainen voor lange duurevenementen. Deze keer had ik alleen een ding over het hoofd gezien. Ik had voor het eerst in mijn leven een baan, en dan bedoel ik eentje met verantwoordelijkheden en waar je niet de hele dag weg kan zijn om rondjes te rennen. Bleek dat mijn vader toch gelijk had toen hij mij altijd zei dat als je een serieuze baan hebt, je niet de hele dag kan doen waar je zelf zin in hebt (laat hem dit niet lezen). Maar er zijn genoeg mensen die mij hebben voor gedaan dat deze uitdaging niet onmogelijk was.
Aanpassing schema
Na het schema aan te passen en eindelijk mijn draai te hebben gevonden tussen werken en trainen, kwam de eerste tegenslag. Door overbelasting van de vele trainingen raakte ik geblesseerd aan mijn heup, hierdoor moest ik weer aanpassingen in mijn schema maken. Na een periode waarin ik veel gefietst en gezwommen heb op mijn conditie op pijl te houden, voelde mijn heup stukken beter en kon ik weer kilometers gaan opbouwen met rennen. Zo kon ik gelukkig mijn zwaarste trainingsblok afwerken met de sport waarin de race ook was. Maar misschien voel je het al aankomen, mijn lichaam was helaas nog niet klaar voor deze zware weken waarin ik regelmatig een marathon (of meer) liep als training.
Blessure
Ik raakte weer geblesseerd, maar deze keer had ik een breuk in mijn middenvoetsbeentje gerend. In het begin probeerde ik hier doorheen te rennen, maar al snel moest ik toegeven dat dit niet de meest duurzame strategie was om mijn race tot een goed eind te brengen. Met nog maar anderhalve maand tot de wedstrijd moest ik weer gaan fietsen en zwemmen om mijn trainingen te voltooien en hopelijk tijdig te herstellen om fit aan de start te staan. In de laatste 3 weken voor de wedstrijd ben ik nog een paar keer rustig gaan testen of mijn voet al hersteld was. Gelukkig was de pijn in mijn voet goed te verdragen, maar voelde nog niet helemaal goed aan. Ondanks dat ik niet helemaal fit was, had ik toch besloten om de mentale en fysieke uitdaging aan te gaan. De trainingen en opofferingen zijn dan toch niet voor niets geweest.
Afgelast
Toen brak eindelijk de dag van de wedstrijd aan, alle spullen waar ingepakt, eten was voorbereid, hotel geboekt. Maar helaas waren de tegenslagen nog niet voorbij, om 9 uur in de ochtend kreeg ik een mailtje van de organisatie dat wegens de slechte weersomstandigheden de wedstrijd niet door kon gaan. Dat was jammer om te horen, maar iets waar ik stiekem al rekening mee had gehouden na de weersvoorspellingen van de dag gezien te hebben.
Opties
In mijn hoofd had ik toen 2 opties:
1. Balen, verdrietig/boos zijn dat de wedstrijd waar ik zolang naar heb toegewerkt, werd afgelast
of 2. Knop om, mensen die zouden komen kijken informeren dat de wedstrijd niet doorgaat, spullen uitstallen thuis, en mijn schoenen aantrekken om er beste van te maken.
Achteraf ben ik heel blij dat ik voor optie 2 ben gegaan.
160 km
Maar ja, nu ging ik 160km in mijn uppie rennen. Daar ging ik dan, vol goede moed, beginnen aan wat uiteindelijk een duurloop van 20 en een half uur bleek te zijn. Op zaterdag om half 10 in de ochtend ben ik vertrokken in de lichte regen. Ik liep rondjes van ongeveer 3,3 kilometer om mijn huis, zodat ik elke 2 a 3 rondes langs huis kon gaan om nieuw drinken te pakken en even wat te eten en af en toe van kleding en schoenen te wisselen. De eerste 20 kilometer ging het steeds harder regenen en leek het een lange en zware dag te worden. Gelukkig voor mij en mijn kleren begon het rond 35 kilometer droog te worden. Ondanks de regen verliepen deze kilometers erg soepel en zat ik lekker in mijn eigen race. Na 35 kilometer heb ik droge kleren en schoenen aangetrokken en kwam zelfs de zon opzetten, dit gaf weer een extra mentale boost zodat ik met goede zin verder kon rennen.

Gezelschap
Vanaf ongeveer kilometer 42 heb ik voor bijna 30 kilometer lang gezelschap gehad van een paar vrienden die aan het trainen zijn voor een marathon. Deze kilometers vlogen voorbij en voordat ik het wist, zat ik al over de 70 kilometer. Bijna op de helft. Vanaf dat moment begon het donker te worden en wist ik dat het zwaarste gedeelte eraan zat te komen. Maar ik had een doel en was vastberaden om dat te behalen. Tot 100 kilometer zat zo goed als alles mee, ik liep (relatief) soepel en snel, ik kon genoeg eten, de weergoden waar mij goed gezind, had nog geen grote pijntjes, en voelde me eigenlijk ook nog niet vermoeid (ondanks dat ik al over mijn normale bedtijd heen was). Vanaf 100 kilometer begon het weer met regenen, maar dit mocht de pret niet drukken op dat moment, buiten het weer bleef ik lekker rennen en was mijn mentale toestand erg positief. Het was al bijna middernacht en we zaten rond 110 kilometer en toen is nog een vriend 2 keer een stuk komen mee rennen, dit gaf mij ook weer wat mentale energie om door te gaan.
De nacht
Tot 130 kilometer heb ik nog gezelschap gehad van supporters, maar toen moest ik er echt zelf aan gaan geloven. De vermoeidheid begon toe te slaan en ik was helemaal alleen rondjes aan het rennen, midden in de nacht. De eerste 10 kilometer waar ik helemaal alleen was. Deze gingen best oke, ik kon een best goed tempo aanhouden, maar merkte dat ik heel erg vermoeid begon te raken en er veel andere uitdagingen kwamen opzetten waar ik mee moest gaan dealen. Zo merkte ik dat ik door het lang rennen in de regen en de hard wind, ik onderkoeld begon te raken, ademen deed ontzettend zeer, en ik kreeg ook weinig eten en drinken nog weg. Ergens in de dag is mij te binnen geschoten om voor 200 kilometer in 24 uur te gaan, aangezien ik mij zo goed voelde. Met dit in gedachten kwam ik tot de conclusie dat ik hiervoor nog op schema lag en als ik dit wilde halen, ik niet moest stoppen om te gaan eten, maar het eten mee te nemen en op te eten tijdens het wandelen. Zo kreeg ik energie binnen terwijl ik alsnog meters maakte.

Mindset
Ik had alleen ding over het hoofd gezien, namelijk dat ik al bijna onderkoeld was en ik door te wandelen in de koude wind het niet warm ging krijgen. Dan maar een extra winterjas aan om die meters te maken. Op dat moment wilde mijn lichaam en geest totaal niet meer, maar ik zou en moest het halen. Dan maar wandelen, want daar zou ik in ieder geval de 160 kilometer mee halen. De eerste 2 rondjes die ik heb gelopen gingen nog redelijk, maar het 3e rondje dat ik ging wandelen, verliep heel erg moeizaam. Ik kon mijn ogen amper open houden, kon niet meer recht lopen en moest elke paar honderd meter stoppen om even te rusten. In deze ronde heb ik besloten om toch thuis even te gaan zitten en de benen te laten rusten, in de hoop daarna weer verder te kunnen gaan.

De laatste 10 km
Eenmaal thuis aangekomen na een rondje van bijna 1 uur gewandeld te hebben, kon ik eindelijk gaan zitten en de benen strekken. Ondertussen was het al 5 uur 's nachts. Toen gebeurde hetgeen waar ik niet op gehoopt had, ik viel in slaap. Mijn lichaam was helemaal op. Ik schrok gelukkig 2 en een half uur later wakker. Ik keek naar de klok en naar mijn strava. Het was kwart voor 8 in de ochtend en ik had er 150 kilometer op zitten. Ik had dus nog iets meer dan anderhalf uur om 10 kilometer te rennen om binnen de tijd aan de 160 kilometer te komen. Dus meteen schoenen opnieuw gestrikt en de regenjas aan getrokken (het regende weer) en daar gingen weer. Buiten was het gelukkig weer licht, dit in combinatie met dat ik nog maar 10 kilometer hoefde, gaf me weer extra energie. De laatste 10 deden ontiegelijk veel pijn, maar ik kon gelukkig een redelijk tempo aanhouden waardoor ik net iets meer dan één uur nodig had om de 160 kilometer te bereiken. Ik was er helemaal klaar mee op dat moment en baalde vooral dat ik in slaap gevallen was. Maar na een paar uur begon in te zinken wat ik eigenlijk de afgelopen 24 uur gedaan had. Het was een mooie, pijnlijke en vooral leerzame ervaring waar ik nu trots op terug kan kijken.
Maar het belangrijkste van alles: ongeacht wie je bent of waar je vandaan komt, het menselijk lichaam en geest zijn tot veel meer in staat dan de meeste denken.
